18 juli – 13de rit – Saint-Etienne - Chamrousse
Wat raapt de renner en passant op
van plaatsnamen als Auberives-sur-Varèze,
La Varizelle, Saint-Hilaire-de-la-Côte,
Sint-Jean-Bonnefonds en Saint-Chamond,
van het natuurgebied op de Col de la Croix
de Montvieux en de beboste valleien die je
ziet vanop de Col de Palaquit? Zeg het,
dire, Vincenzo Nibali, daar in de roes
van kusmeisjes en bloemen in Chamrousse:
wat kan je nog navertellen van het gejuich
in Saint-Quentin-sur-Isère, het gejoel in
Saint-Martin-d’Hère, de filmspoel van handen
en van vlaggen, de uitzinnige toeschouwers
in Le Sappey-en-Chartreuse? Waar zoek je
langs die wegen achteraf naar eenzelfde gevoel
van euforie, de perfectie van je pedaalslag?
En waar vind je nog je eigen adem terug,
het zweet en het zuur van je ledematen?
Wielrennen is een daad van achterlaten.
Patrick Cornillie
Wat raapt de renner en passant op
van plaatsnamen als Auberives-sur-Varèze,
La Varizelle, Saint-Hilaire-de-la-Côte,
Sint-Jean-Bonnefonds en Saint-Chamond,
van het natuurgebied op de Col de la Croix
de Montvieux en de beboste valleien die je
ziet vanop de Col de Palaquit? Zeg het,
dire, Vincenzo Nibali, daar in de roes
van kusmeisjes en bloemen in Chamrousse:
wat kan je nog navertellen van het gejuich
in Saint-Quentin-sur-Isère, het gejoel in
Saint-Martin-d’Hère, de filmspoel van handen
en van vlaggen, de uitzinnige toeschouwers
in Le Sappey-en-Chartreuse? Waar zoek je
langs die wegen achteraf naar eenzelfde gevoel
van euforie, de perfectie van je pedaalslag?
En waar vind je nog je eigen adem terug,
het zweet en het zuur van je ledematen?
Wielrennen is een daad van achterlaten.
Patrick Cornillie